De boom op het pad: omgaan met wat anders loopt dan gepland

De blik op haar gezicht is er een van geconcentreerde toewijding, met daaronder sluimerende irritatie en stress. Ik twijfel of ik haar moet storen, maar doe het toch.
“Hoe ver zijn jullie? Is het duidelijk wat er nu moet gebeuren?”
“Ja, nú is het duidelijk. Véél te laat.”


Het is een situatie die veel teamleiders zullen herkennen. Je probeert al weken of zelfs maanden je mensen in beweging te krijgen. Je schetst het grotere plaatje, prikkelt, biedt kaders, stelt verdiepende vragen. Maar pas op het laatste moment komt de actie. En dan klinkt het: “Waarom horen we dit nu pas?”, of “Waarom moet het ineens anders?” — de frustratie is zelden persoonlijk bedoeld, maar richt zich op “de organisatie”, het systeem, het proces. Toch raakt het.

Aan de andere kant van de ruimte zie ik iets heel anders. Twee collega’s zitten gefocust te werken. Hun team is uitgedund; een paar mensen hebben zich stilletjes teruggetrokken. Alles komt op hun bordje terecht. En toch zie ik fonkelende ogen, een open houding, gerichte vragen. Ze denken vooruit, zoeken scherpte. Hun energie werkt aanstekelijk — ik word meegesleept in hun denkproces. We komen samen op ideeën die er eerder niet leken te zijn. Met een paar aanwijzingen help ik ze verder, en zie direct hoe ze erop voortbouwen.


Wat doe je als het schuurt?

Het contrast tussen deze twee houdingen zette me aan het denken.
Wat maakt dat de ene persoon verstart en moppert, terwijl de ander in actie komt en ruimte schept voor creativiteit? Wanneer ontstaat verantwoordelijkheid vanzelf, en wanneer blijft ze hangen in verwijt en frustratie? En hoe kun je als leider of begeleider dat verschil helpen maken?

Stel je voor: je loopt met een team een bergpad op. Halverwege de tocht begint het te regenen. Het pad wordt modderig, en dan ligt er ook nog een omgevallen boom dwars over de route. Wat gebeurt er dan?
Sommigen zullen blijven staan, klagen, gefrustreerd wijzen naar wie wat had moeten voorzien. Anderen gaan direct op zoek naar een oplossing. Want terug is geen optie. Je moet verder. Samen.

Verandering — of het nu gaat om systeemvernieuwing, duurzaamheidsdoelen of samenwerking over organisatiegrenzen heen — verloopt zelden volgens plan. Zodra de werkelijkheid afwijkt van Hoe Het Zou Moeten Zijn, ontstaat wrijving. En wrijving kost energie. Maar wat we vaak doen, is die energie richten op het verleden: het had anders gemoeten, eerder, duidelijker, beter. Alleen: dat verleden laat zich niet veranderen. De situatie is zoals die is. Dat is het startpunt. Niet ideaal, niet perfect, maar wel reëel.


Vooruit met wat is

In een Zwitsers bergdorp verwijt niemand de berg dat die naar beneden is gekomen. Je kunt als gemeenschap reflecteren op wat eraan voorafging — bijvoorbeeld dat klimaatverandering en smeltende permafrost de oorzaak zijn. Maar op het moment dat je huis dreigt weg te glijden, blijf je niet zitten in wat had gemoeten. Je handelt. Met wat je weet, met wie je hebt, en met oog op de toekomst.

Is het ongevoelig om het verleden en het heden simpelweg te accepteren zoals ze zijn?
Een deel van mij zegt van wel. Zeker als ik denk aan rampen, conflicten en schrijnend onrecht — van Sudan tot Gaza tot situaties dichter bij huis. Maar een ander deel van mij weet: dit gaat niet over wegkijken of bagatelliseren. Juist niet. Het gaat over de moed om volledig te zien wat er is. En van daaruit verantwoordelijkheid te nemen voor wat binnen jouw invloed ligt.

Zolang we gevangen blijven in de strijd over wie er gelijk heeft, raakt niemand vooruit. Wraak, gelijk willen krijgen, erkenning afdwingen — het zijn begrijpelijke reacties, maar ze brengen geen beweging. Ze zuigen energie weg.



Observeren zonder oordeel

Mijn kijk is gevormd door jaren van werken met landschappen en processen. Bij aardverschuivingen, overstromingen of vulkanen is het vaak eenvoudig: je ziet oorzaak en gevolg zonder oordeel. Niemand heeft het expres gedaan, maar de impact is reëel. Diezelfde houding helpt me ook in menselijke processen. Niet om te vergoelijken, maar om scherper te kijken: wat ligt er nu? Wat vraagt het van ons? En hoe kunnen we kwetsbaarheid verminderen, samen?

Dat is geen makkelijk pad. Maar het is wel een pad waar veerkracht mogelijk is.
Het is wat ik zag bij die twee collega’s: niet perfect, niet zonder stress, maar vol moed. Open voor wat is, en bereid om daar iets van te maken. Hun houding werkte aanstekelijk. En eerlijk gezegd: dat doet veerkracht altijd.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *